Waarom zijn de woorden van de der- en ein-groep verdeeld in twee groepen? Heb je daar wel eens over nagedacht? Hoezo leren wij niet gewoon alle uitgangen en gebruiken deze woorden op dezelfde manier? Hier is een reden voor. Ben je benieuwd? Kijk naar onderstaande uitlegvideo!
Vind je het lastig om de woordjes uit de der- en ein-groep te onthouden? Op deze pagina vind je alle woorden die tot deze groepen behoren én kun je jezelf overhoren met een slideshow onder de betreffende tabel.
de / het | der / die / das |
dit / deze | dies- |
welke | welch- |
zulke | solch- |
sommige | manch- |
iedere | jed- |
die | jen- |
alle | all- |
Hieronder vind je alle woorden die behoren tot de ein-groep in een tabel. Onder de tabel kun je jezelf overhoren om te kijken of je de woorden al kent.
een | ein |
geen | kein |
mijn | mein |
jouw | dein |
zijn | sein |
haar | ihr |
ons / onze | unser |
jullie | euer |
hun / uw | Ihr |