Waarom is het “der Stuhl”, maar “das Fenster”? Je zou jezelf dan ook kunnen afvragen waarom het “de stoel”, maar “het raam?” in het Nederlands is. Dit heeft een lange geschiedenis en gaat hoogstwaarschijnlijk terug naar de oorsprong van de Nederlandse taal. Gezien Nederlands uit dezelfde taalfamilie als Duits komt, zijn onzijdige Nederlandse woorden vaak ook onzijdig in het Duits. Maar helaas komt dit niet altijd uit.
Wil je weten welke woorden in het Duits mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn? Lees hieronder de basisregels voor de geslachten van zelfstandige naamwoorden in het Duits:
Mannelijk: der
- Namen van mannelijke personen en functies/beroepen: Vater, Pilot, Arzt;
- Namen van jaargetijden: Frühling, Sommer, Herbst, Winter;
- Namen van maanden: Januar, Juli, Dezember;
- Namen van de weekdagen: Montag, Dienstag, Sonntag;
- Namen van windrichtingen: Nordwest(en), Süd(en);
- Namen van neerslagen: Regen, Schnee, Hagel;
- Namen van automerken: Audi, BMW, Mercedes;
- Namen van treinen: ICE
- –er (zelfstandige naamwoorden afgeleid van werkwoorden): Fahrer, Lehrer;
- –ismus: Kapitalismus, Journalismus;
Meestal mannelijk: der
- Namen van alcoholische dranken: Cognac, Wein, Whiskey;
uitzonderingen: das Bier; - Namen van rivieren buiten Europa: Amazonas, Mississippi;
- Namen van bergen: Mont Blanc, Kilimanjaro;
uitzondering: die Zugspitze; - –ant: Demonstrant, Elefant;
uitzonderingen: das Croissant, das Restaurant; - –ling: Lehrling, Schützling;
uitzonderingen: das Dribbling, das Bowling; - –ner: Rentner, Schaffner, Zöllner;
uitzonderingen: das Banner, die Wiener (Wurst); - –or: Motor, Traktor;
uitzonderingen: das Gegentor, das Chlor;
Vrouwelijk: die
- Namen van vrouwelijke personen en functies/beroepen: Mutter, Friseuse, Ärztin;
- Namen van motormerken: Harley Davidson, BMW (only motorcycle), Yamaha;
- Namen van vliegtuigen en schepen: Boeing 747, Titanic;
- Cijfers: Eins, Drei;
- –falt: Vielfalt;
- –heit: Freiheit, Sicherheit;
- –keit: Möglichkeit, Schnelligkeit;
- –schaft: Freundschaft, Mannschaft;
- –t (zelfstandige naamwoorden afgeleid van werkwoorden): Fahrt, Tat;
- –ung: Leitung, Zeitung;
- –ade: Hitparade, Marmelade;
- –age: Garage, Passage;
- –anz: Eleganz, Dominanz;
- –enz: Existenz, Tendenz;
- –ik: Kritik, Musik;
- –ion: Diskussion, Koalition;
- –tät: Identität, Qualität;
- –ur: Agentur, Reparatur;
Meestal vrouwelijk: die
- Namen van planten en bomen: Birke, Chrysantheme, Rose;
uitzonderingen: der Ahorn, das Veilchen; - –e: Grenze, Lampe;
uitzonderingen: der Junge, der Friede; - –ei: Abtei, Metzgerei;
uitzonderingen: das Ei, der Papagei; - –ie: Diplomatie, Psychologie;
uitzonderingen: der Junkie, der Hippie; - –in: Ärztin, Studentin;
uitzonderingen: das Benzin, der Harlekin;
Onzijdig: das
- Verkleinwoorden (–chen, –lein): Kaninchen, Fräulein;
- Zelfstandige naamwoorden afgeleid van infinitieven: Essen, Schreiben;
- Zelfstandige naamwoorden afgeleid van bijvoeglijke naamwoorden: Gute, Böse;
- Namen van kleuren: Rot, Gelb, Blau;
- –ial: Material, Potenzial;
Meestal onzijdig: das
- Bijna alle 112 bekende chemische elementen: Aluminium, Kupfer, Uran;
6 uitzonderingen: der Kohlenstoff, der Sauerstoff, der Stickstoff, der Wasserstoff, der Phosphor, der Schwefel; - Namen van metalen: Blei, Messing, Zinn;
uitzonderingen: die Bronze, der Stahl; - Breuken: Drittel (⅓), Viertel (¼);
uitzondering: die Hälfte (½); - –ment: Instrument, Parlament;
uitzonderingen: der Konsument, der Zement; - –nis: Ergebnis, Tennis;
uitzonderingen: die Fahrerlaubnis, die Wildnis; - –o: Auto, Konto;
uitzonderingen: die Avocado, der Euro; - –tum: Quantum, Ultimatum;
uitzonderingen: der Reichtum, der Irrtum; - –um (van Latijnse oorsprong): Publikum, Museum, Stadium;
Heb je interesse in online bijles Duits of online examentraining Duits? Neem gerust contact met mij op!