haben sein werden Onderbouw (klas 1 t/m 3) Werkwoorden

Haben, sein & werden

Laten we bij het begin beginnen. Deze drie werkwoorden leer je zodra je met het leren van een taal begint. Hieronder vind je een uitlegvideo en daaronder de vormen van deze werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Onder deze tabellen, vind je de verleden tijd.

Wil je ook nog even oefenen? Dan kan hier!

tthabenhebben
ichhabeikheb
duhastjijhebt
er/sie/eshathij/zij/hetheeft
wirhabenwijhebben
ihrhabtjulliehebben
Sie/siehabenu/zijhebben
gehabtgehad
tegenwoordige tijd “sein”
ttseinzijn
ichbinikben
dubistjijbent
er/sie/esisthij/zij/hetis
wirsindwijzijn
ihrseidjulliezijn
Sie/siesindu/zijbent/zijn
gewesengeweest
tegenwoordige tijd “haben”
ttwerdenzullen/worden
ichwerdeikzal/word
duwirstjijzult/wordt
er/sie/eswirdhij/zij/hetzal/wordt
wirwerdenwijzullen/worden
ihrwerdetjulliezullen/worden
Sie/siewerdenu/zijzullen/worden
gewordengeworden
tegenwoordige tijd “werden”


Hieronder vind je de uitlegvideo van de werkwoordsvormen van haben, sein en werden in de verleden tijd. Voor het werkwoord “haben”, kun je de uitgangen onthouden met het ezelsbruggetje “te test te ten tet ten“.

vthabenhebben
ichhatteikhad
duhattestjijhad
er/sie/eshattehij/zij/hethad
wirhattenwijhadden
ihrhattetjulliehadden
Sie/siehattenu/zijhad/hadden
verleden tijd “haben”
vtseinzijn
ichwarikwas
duwarstjijwas
er/sie/eswarhij/zij/hetwas
wirwarenwijwaren
ihrwartjulliewaren
Sie/siewarenu/zijwas/waren
verleden tijd “sein”
vtwerdenworden
ichwurdeikwerd
duwurdestjijwerd
er/sie/eswurdehij/zij/hetwerd
wirwurdenwijwerden
ihrwurdetjulliewerden
Sie/siewurdenu/zijwerd/en
verleden tijd “werden”

Over auteur

• Tiffany Roggenthien
• 34 jaar
• Native-speaker
• Eerste graads docente Duits
° Werkzaam in het onderwijs sinds 2012; vmbo/havo/vwo zowel onder- als bovenbouw

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *