Bijvoeglijke naamwoorden der- en ein-groep

Wat goed dat je even komt oefenen met het vervoegen van de woorden uit de der- en ein-groep en de bijvoeglijke naamwoorden.

Heb je de uitleg al bekeken?

Ga bij ieder woord dat je moet vervoegen stap voor stap aan het werk:

V - staat er een voorzetsel direct vóór of áchter het te vervoegen woord?
W - staat er een werkwoord in de zin dat invloed heeft op de naamval?
O - zodra er géén voorzetsel of werkwoord in staat, ga je de zin ontleden.

Info over deze aanpak vind je hier.
Iedere zin in deze oefening is van uitleg voorzien.

Veel succes!


Over auteur

• Tiffany Roggenthien
• 34 jaar
• Native-speaker
• Eerste graads docente Duits
° Werkzaam in het onderwijs sinds 2012; vmbo/havo/vwo zowel onder- als bovenbouw

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *