Naamvallen oefenen Hieronder staan 10 zinnen met met woorden uit de der- en ein-groep. Vertaal deze woorden en zet de juiste uitgang erachter. Let op! Alles staat erin: voorzetsels, werkwoorden én zinnen ontleden. 1e t/m 4e naamval. Aan het einde van de quiz staat per antwoord uitgelegd waarom dit het juiste antwoord is. Klik op "volgende" om te beginnen. Succes! Schau mal, Jessika hat wieder (een) neues Handy (o) gekauft!(Onze) Busfahrer war zum Glück ein sehr geduldiger Mensch.Jens und ich warten schon seit (een) Stunde (v) auf (de) Zug (m).Vul beide antwoorden in, gescheiden door een komma: een, deWas ist das Geheimnis (uw) Erfolg__ (m)?Seit gestern hängt (dit) Bild (o) an (onze) Wohnzimmerwand (v).Vul beide antwoorden in, gescheiden door een komma: dit, onze(Welke) Sängerin ist in Deutschland zurzeit so erfolgreich wie Helene Fischer?Innerhalb (een) Monat__ (m) wird der Gewinner der Lotterie bekannt gemacht.Wann hast du (jouw) Cousine zum Geburtstag gratuliert?(De) meisten Jugendlichen wissen, wie wichtig das Internet eigentlich istFür (sommige) Spieler (mv) ist es die Chance (van hun) Leben__ (o).Vul beide antwoorden in, gescheiden door een komma: sommige, van hunTime is Up!
Bovenbouw (klas 4 t/m 5) Grammatica Modale werkwoorden Oefeningen Onderbouw (klas 1 t/m 3) WerkwoordenModalverben oefenen
Bovenbouw (klas 4 t/m 5) Grammatica Naamvallen Oefeningen Onderbouw (klas 1 t/m 3)Keuzevoorzetsels oefenen
Bovenbouw (klas 4 t/m 5) Naamvallen Onderbouw (klas 1 t/m 3)Voorzetsels met de 3e / 4e naamval (incl. keuzevoorzetsels én de 7/2-regel)